Andries Knevel
1 maand geleden
Ik vind het een van de meest ontroerende passages uit de Bijbel. Koning David die het uitschreeuwt omdat zijn zoon Absalom is vermoord.
“Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom. Was ik maar dood in plaats van jij! Absalom, mijn zoon, mijn zoon!’
Ik ken het Bijbelgedeelte uit mijn hoofd, maar telkens als ik het lees voel ik opnieuw ontroering.
Je kunt het verhaal over deze dood heel lang vertellen en heel kort.
De lange versie staat in het Bijbelboek 2 Samuel en telt vele hoofdstukken.
Als samenvatting: het is een geschiedenis van bedrog, geweld, overspel, verkrachting en moord.
De Bijbel is een eerlijk boek en daarom is de Bijbel ook een ruig boek, omdat mensen soms ruig zijn.
En daarom wordt het verteld: Amnon, een van de zonen van David verkracht zijn halfzuster Tamar. Haar broer Absalom zweert wraak en doodt vervolgens zijn halfbroer Amnon. Hij moet daarom vluchten en keert pas na een paar jaar terug naar Jeruzalem, waar zijn vader David hem niet wil zien. Absalom komt vervolgens in opstand tegen zijn vader en wordt door een van de generaals van David met de naam Joab gedood. Hij zit namelijk met zijn haren vast in een boom, zijn muildier rent onder hem weg, en hangend tussen hemel en aarde wordt hij door deze Joab en tien soldaten doodgeslagen.
Het verhaal in deze hoofdstukken leest als een filmscript. De emoties worden breed uitgemeten. De scènes worden beeldend beschreven, het lijkt een soort modern ooggetuigenverslag.
Zo zegt Tamar tegen haar halfboer Amnon: “Nee, mijn broer laat dat. Raak me niet aan, zoiets schandelijks doet men in Israel toch niet!”
En ondertussen speelt de Koning, de gezalfde van de Heer, een bedenkelijke rol. Zijn gezin is een puinhoop, maar hij treedt niet op. Soms is hij boos en soms laat hij het allemaal maar gebeuren. Zoals een vader die wegkijkt als er problemen zijn in het gezin.
Het staat allemaal in de Bijbel. En het is niet fraai.
Wat moet je ermee?
Je ziet in ieder geval dat er weinig nieuws is onder de zon. Ook 3000 jaar geleden ging het er soms heftig aan toe.
Maar er is nog iets anders. In het Bijbelboek Hebreeën wordt deze koning David omschreven als een geloofsheld. Als een voorbeeld voor ons allemaal. Als een geloofsgetuige uit oude tijden.
Waarom?
Omdat deze zelfde koning David telkens weer tegenover God beleden heeft hoe fout hij was en hoeveel vergeving hij wel niet nodig had.
Niet één keer, maar heel veel keer. Want hij ging telkens weer in de fout.
En daarom, juist in deze bizarre geschiedenis, is hij dat voorbeeld.
Of zoals ik las: “Je weet niet half hoe slecht je bent en je weet niet half hoeveel God van je houdt”.
Je zou haast zeggen: dat gold zelfs voor deze koning David.