Andries Knevel
11 maanden geleden
Het begint een beetje een cliché te worden. Wanneer er kritiek komt op het christelijk geloof, gaat het vaak over hypocrisie. Ja, ja zondags in de kerk, maar je moest eens weten hoe ze door de week leven. Of: ja ja, braaf op zondag met een uitgestreken gezicht in de kerk zitten, maar op maandag belazeren ze je in de handel.
Ach, ik kan columns vol schrijven met dit type uitspraken en vaak zijn ze ook nog waar. Ik kan het niet ontkennen. Wat dat betreft heeft het christelijk geloof niet zo’n goed track record. Er is ook een andere kant, namelijk over het feit dat Europa een continent is, waar bij uitstek, ondanks ook bewijzen van het tegendeel het christelijk geloof zegenrijk heeft gewerkt in cultuur en (met name) gezondheidszorg. Maar dat is voor een andere keer.
Want die vermeende en aanwijsbare hypocrisie is natuurlijk wel een dingetje, om het populair te zeggen, terwijl het geloof juist een heel andere weg wijst. Ik werd daar weer eens bij bepaald toen ik de brieven van Petrus las. Petrus schreef in een tijd waarin christenen (nog) niet vervolgd werden, maar ze het al wel steeds moeilijke kregen. Discriminatie, verachting en achterstelling, dat soort dingen. Dat hoort er wel bij, zegt Petrus, maar het betekent niet dat je met gelijke munt moet terug betalen. Integendeel, zorg dat je goede burgers van de samenleving bent, zet je in voor de samenleving en houdt de onderlinge liefde en vrede in stand. Hij komt dan tot vijftien aanbevelingen. Die geef ik hierbij door. Ik zet ze bewust onder elkaar, want ik heb gemerkt dat ze dan veel beter “landen”.
Dat is wat, zo’n lijst. En dan denk je natuurlijk meteen, wat ik ook denk: dat kunnen christenen mooi in hun zak steken. Of positiever geformuleerd: wat zou die wereld en de kerk er een beetje mooier uitzien, als christenen deze lijst wat serieuzer hadden genomen. Maar ik kaats de bal ook terug. Wat zou de wereld er mooier uitzien, als we allemaal, gelovig, of niet gelovig, zoekend, twijfelend en wat al niet meer, we in ieder geval wat meer naar Petrus hadden geluisterd.
Of naar Jezus. Want ik denk dat hij de enige is, die deze lijst echt geleefd heeft. Ons tot voorbeeld. Ook al struikelen we elke dag. – Andries Knevel
1Ontdoe u dus van alles wat slecht is, van alle bedrog en huichelarij, alle afgunst en kwaadsprekerij, 2en verlang als pasgeboren zuigelingen naar de zuivere melk van het woord, opdat u daardoor groeit en uw redding bereikt. 3U hebt toch de goedheid van de Heer geproefd? 4Voeg u bij Hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, 5en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn. 6In de Schrift staat immers: ‘In Sion leg Ik een hoeksteen die Ik heb uitgekozen om zijn kostbaarheid; wie daarop vertrouwt, komt niet bedrogen uit.’ 7Kostbaar is hij voor u, die erop vertrouwt. Voor wie er niet op vertrouwen geldt echter: ‘De steen die de bouwers afkeurden is de hoeksteen geworden.’ 8En: ‘Het is een steen waarover men struikelt, een rotsblok waaraan men zich stoot.’ Zij struikelen omdat ze weigeren Gods woord te gehoorzamen, daartoe zijn ze bestemd. 9Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. 10Eens was u geen volk, nu bent u Gods volk; eens werd u ontferming onthouden, nu ontvangt u Gods ontferming.
11Geliefde broeders en zusters, u bent als vreemdelingen die ver van huis zijn; daarom vraag ik u dringend niet toe te geven aan wereldse begeerten, die uw ziel in gevaar brengen. 12Leid te midden van de heidenen een goed leven, opdat zij die u nu voor misdadigers uitmaken, door uw goede daden tot inzicht komen en God eer bewijzen op de dag waarop Hij komt rechtspreken. 13Erken omwille van de Heer het gezag van de overheden die door mensen zijn aangesteld: van de keizer als de hoogste autoriteit 14en van de gouverneurs, door hem afgevaardigd om misdadigers te straffen en om te belonen wie het goede doen. 15God wil namelijk dat u door het goede te doen onwetende dwazen de mond snoert. 16Handel als vrije mensen, maar ook als dienaren van God, want u moet u niet achter uw vrijheid verschuilen om u te misdragen. 17Houd iedereen in ere, heb uw broeders en zusters lief, heb ontzag voor God en eerbiedig de keizer.
18Slaven, erken het gezag van uw meesters en heb ontzag voor hen, niet alleen voor goede en vriendelijke, maar ook voor slechte. 19Het is een blijk van genade als iemand, doordat zijn aandacht op God gericht is, in staat is onverdiend leed te verdragen. 20Immers, wanneer u de slagen verdraagt die u krijgt als straf voor wangedrag, levert dat u toch geen aanzien op? Het is echter een blijk van Gods genade wanneer u verdraagt wat u moet lijden voor uw goede daden. 21Dat is uw roeping; ook Christus heeft geleden, omwille van u, en heeft u daarmee een voorbeeld gegeven. Treed dus in de voetsporen van Hem 22die geen enkele zonde beging en nooit bedrieglijke taal sprak. 23Hij werd gehoond en hoonde zelf niet, Hij leed en dreigde niet, Hij liet het oordeel over aan Hem die rechtvaardig oordeelt. 24Hij heeft onze zonden gedragen met zijn lichaam aan het kruishout, opdat wij, dood voor de zonde, rechtvaardig zouden leven. Door zijn striemen bent u genezen. 25Eens dwaalde u als schapen, nu bent u naar uw herder teruggekeerd, naar Hem die uw ziel behoedt.
1Voor u, vrouwen, geldt hetzelfde: erken het gezag van uw man. Dan zullen mannen die weigeren Gods woord te gehoorzamen daarvoor gewonnen worden door het gedrag van hun vrouw, zonder dat zij iets hoeft te zeggen, 2omdat ze zien hoe zuiver u leeft uit ontzag voor God. 3Uw schoonheid moet niet gelegen zijn in uiterlijkheden, zoals kunstig gevlochten haar, gouden sieraden of elegante kleding, 4maar in wat verborgen ligt in uw hart, in een zacht en stil gemoed. Dat is een onvergankelijk sieraad dat God kostbaar acht. 5Daarmee tooiden zich vroeger ook de heilige vrouwen die hun hoop op God vestigden en het gezag van hun man erkenden, 6zoals Sara; zij gehoorzaamde Abraham en noemde hem haar heer. U bent haar dochters wanneer u het goede doet en u geen angst laat aanjagen.
7U, mannen, moet verstandig omgaan met uw vrouw, die kwetsbaarder is dan u. Behandel haar met respect, want zij deelt samen met u in de genade van het nieuwe leven. Dan staat niets uw gebeden in de weg.
8Tot slot, wees allen eensgezind, leef met elkaar mee, heb elkaar lief als broeders en zusters, wees barmhartig en bereid de minste te zijn. 9Vergeld geen kwaad met kwaad, en als u wordt uitgescholden, scheld dan niet terug; zegen juist, opdat u ook zelf zegen ontvangt, want daartoe bent u geroepen. 10Immers:
‘Wie het leven liefheeft en goede jaren wil genieten,
laat hij zijn tong behoeden voor het kwaad
en zijn lippen voor woorden van bedrog,
11laat hij het kwaad mijden en doen wat goed is,
laat hij naar vrede streven en die najagen.
12Want het oog van de Heer rust op de rechtvaardigen
en zijn oor luistert naar hun hulpgeroep,
maar Hij keert zich tegen wie kwaad doen.’
13Overigens, wie zou u kwaad doen als u zich volledig inzet voor het goede? 14Maar zelfs als u zou lijden omwille van de gerechtigheid, dan bent u toch gelukkig te prijzen. Wees daarom niet bang voor de mensen en laat u door niets in verwarring brengen; 15erken Christus als Heer en eer Hem met heel uw hart. Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan steeds bereid om u te verantwoorden. 16Doe dat dan vooral zachtmoedig en met respect, houd uw geweten zuiver; dan zullen de mensen die zich honend uitlaten over uw goede levenswandel in eenheid met Christus, zich over hun laster schamen. 17Het is beter te lijden – indien God dat wil – omdat men goeddoet dan omdat men kwaad doet.
18Ook Christus immers heeft, terwijl Hij zelf rechtvaardig was, geleden voor de zonden van onrechtvaardigen, voor eens en altijd, om u zo bij God te brengen. Naar het lichaam werd Hij gedood maar naar de geest tot leven gewekt. 19Hij is naar de geesten gegaan die gevangenzaten, om dit alles aan hen te verkondigen. 20Ten tijde van Noach weigerden zij te gehoorzamen, toen God geduldig wachtte en de ark gebouwd werd. In de ark werden slechts enkele mensen, acht in totaal, door de watervloed heen gered, 21en dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, die niet het vuil van uw lichaam wast maar een vraag is aan God om een zuiver geweten. De doop brengt redding dankzij de opstanding van Jezus Christus, 22die de hemel is binnengegaan en nu aan Gods rechterhand zit, terwijl de engelen, machten en krachten aan Hem onderworpen zijn.