Nynke Dijkstra
2 maanden geleden
Nare conflicten en ruzies zijn van alle tijden. We doen het overal, óók in de kerk, ook al zéggen we natuurlijk dat we dat niet willen. ‘Dat zoiets gebeurt, en dát in de kerk’ hoor je dan. Er ontstaat boosheid en teleurstelling en pijn.
Ruzies. Ik heb het nu niet over de felle polarisatie, waarin mensen elkaar afmaken op internet of zelfs in de Tweede Kamer. Over toenemend racisme, antisemitisme en moslimhaat. Ik bedoel de relatief veel kleinere kwesties, waarover we ons enorm kunnen opwinden. Het ‘gedoe’ in ons leven en in de kerk, dat toch een heleboel kapot kan maken. Vertrouwen gaat verloren en mensen trekken zich terug.
En dan lees ik in mijn ‘Bijbel in een Jaar’ programma de brief van Paulus aan de Korinthiers. Wat een actuele brief. Die gemeente, zo vol tegenstellingen; die plek, een havenstad, vol diversiteit, een smeltkroes van culturen, van handelaren, prostitués, rijke ondernemers, Joden, Grieken en Romeinen. In die stad is een kleine, groeiende christelijke gemeente.
Paulus schrijft ze een lange brief met praktische adviezen, maar ook met diepe lessen, die te maken hebben met Christus zelf. Hij opent zijn brief ermee. Hij dánkt als eerste voor die gemeente, die dappere plek daar in Korinthe. De dank gaat over de genade van Christus. Christus is ons anker, dat voorop.
Vervolgens stelt hij aan de orde dat er toch ook problemen zijn, ‘partijschappen’. Gedoe. Geruzie. De één verklaart aanhanger van Paulus te zijn, de ander van Apollos (en kennelijk zaten daar verschillen aan vast) en de écht vrome mensen stelden daar tegenover: ‘Wij zijn van Christus’. Ja, daar kan niemand tegenop. Paulus behandelt alle kwesties en alle ‘gedoe’ serieus: de diversiteit die spanningen oproept, de zondige houding, ‘gedoe’ over voedsel dat aan afgoden is geofferd.
Maar uiteindelijk wijst hij de Korinthiers op de liefde: 1 Korinthiers 13 over de liefde die alles verdraagt, gelooft en hoopt. Dat is de liefde waarmee God ons liefhad en uit díe liefde worden wij geacht te leven, ook als er kwesties zijn die ons verdelen. Geen makkelijke lievige liefde, die toedekt, maar liefde die de waarheid zoekt. Een liefde die daarbij de ander hooghoudt. Een liefde die geworteld is in een gedeelde liefde van en voor Jezus Christus. Zo kan de gemeente van Christus een oefenplek zijn, ook als het gaat om conflicten en ‘partijschappen’. Een licht voor de wereld? Ik hoop het.