Gertine Blom
2 jaar geleden
Er was een tijd, ik was een jaar of zeventien, waarin ik het onmogelijk vond om te genieten. Bij alles vroeg ik me af: wat voor zin heeft dit? is dit het nu? moet dit me gelukkig maken? waarom besta ik in vredesnaam? Wat ik ook deed, of ik nu alleen was of samen met familie of vrienden, altijd klonk dat stemmetje in mijn achterhoofd.
Het waren de grote vragen van het bestaan, de vragen naar de zin van het leven. Ik worstelde daarmee, zoals er bij ieder mens een moment komt om daarmee te worstelen. Het zijn die vragen waar je nooit definitief mee af kunt rekenen, omdat ze altijd weer terugkomen, opgeroepen door wat ons overkomt.
Als jonge gelovige dacht ik God ons mensen opdroeg om voortdurend bezig te zijn met die grote vragen. Dat was immers het enige dat ertoe deed? En zo liet ik die vragen mijn leven bepalen en keek ik alleen maar naar datgene wat ik niet wist. Ik voelde me klein en nietig.
Ik had het mis. Pas toen ik ouder werd, zag ik hoe ik ernaast gezeten had. Verrast merkte ik op dat ik weer begon te genieten van het gewone leven, het kleine, het alledaagse, net als ik als kind had gedaan. Niet toevallig gebeurde dat pas toen ik mijzelf en al mijn paniekerige vragen had toevertrouwd aan God, toen ik eindelijk besefte dat God mij niet nodig had om de wereld in handen te houden.
Echt leven bleek precies het tegenovergestelde te zijn van piekeren over eeuwige vragen. Het goede leven leiden is: kunnen genieten. Opgaan in het moment. De zon op je gezicht voelen. De frisse geur van regen in de zomer. Spelen met je kind en de tijd vergeten. Een spelletje doen met je broers als vanouds. Een heerlijke maaltijd koken en die voorzetten aan je geliefden. Een goed glas wijn.
Opeens zag ik hoe God ons dit leven met alle wonderen niet zomaar had gegeven – ik besefte dat God zelf in Jezus Christus dit hele gewone aardse bestaan geleefd en het daarmee heilig gemaakt had. Genieten is niet oppervlakkig. Genieten is opgaan in het goede wat God ons geeft en daarmee de goedheid, waarheid en schoonheid van de schepping bevestigen. Het is zijn, aanwezig zijn, hier en nu, één zijn.
Die zware vragen komen heus wel weer een keer. Verdriet en pijn blijft niemand bespaard – maar dat verplicht ons niet tot zwaarmoedigheid. Integendeel. Het maakt de diepe vreugde van het leven des te groter.