Mat. 20:20-28

De kip Neeltje is broeds. Maar daar er geen haan is moeten we vragen aan een gemeentelid met veel kippen én een haan of hij bevruchte eitjes heeft. Dat heeft hij wel. Het worden drie spannende weken. Zullen de eieren uitkomen? Het doorbreken van de eierschaal door zo’n klein kuiken is ontroerend mooi om te zien. Twee van de tien breken door. Stipje en Stapje, twee vederlichte pluisjes worden dag en nacht bewaakt door de moederkip. Ze mogen schuilen onder haar vleugels. Hun koppie kijkt met guitige oogjes door de vleugels heen. Ze krijgen van ‘oma-kippies’ (zo heet de kippen houdende oma uit Voorthuizen) eerst een aparte kamer in het kippenhok. Op een gegeven moment  mogen ze met een trappetje naar beneden de tuin in. Neeltje klokt de kleintjes om naar boven te komen voor de avond valt. Met eindeloos geduld doet ze voor hoe dat moet. 

Pikordes botsen al gauw op de orde van het Koninkrijk.
Mat. 20:20-28

 Dan komt de volgende etappe. Het drietal wordt in de ren bij de andere kippen gevoegd. Oma  let –al tuinierend- extra op. Zullen ze elkaar de ruimte geven? Nee dus. Er vinden vechtpartijtjes plaats. Ze pikken elkaar. Door de felle aanvallen van de mooiste kip Bella  en de verdediging van moeder Jaantje moet er opnieuw een pikorde worden vastgesteld. Jammer dat het zomaar niet koek en ei is. Altijd weer die oorlogen in het dierenrijk. Romantiseren lukt niet. De kleintjes moeten zich schuilhouden. Voer voor hen apart. Zo niet dan zijn de groten er als de kippen bij om met haar scherpe snavels het lekkerste weg te pikken. Gelukkig wordt het donker. Dan kun je ze makkelijker pakken. Passen ze niet meer allemaal op de stok? Dan weer een strijd met veel gekakel.  Tot er rust komt in het hok. Kleintjes worden groot. Neeltje laat ze meer en meer loslopen. Draagt de verantwoordelijkheid over. En -o wonder- de kwetsbare zijdehoentjes leven nog steeds! Ze trekken opvallend veel met z’n tweetjes op. IJverige beestjes. Snel fladderen ze door de ren. 

Ik heb een aantal keren geboeid zitten kijken. Je vraagt je af hoe dat in de mensenwereld toegaat. Is daar onvermijdelijk die pikorde die gezocht en gevonden wordt? In de buurt? In de klas op school? In de groep collega’s op je werk en tussen de leden van de kerk? Die pikordes botsen al gauw op de orde van het Koninkrijk: de minste is de meeste; de kleinste is de grootste; wie achter komt gaat voor. Met ook nog het risico dat wie Jezus hierin volgt op de een of andere manier bevordert dat men de pik op je krijgt.  

Het venijnig pikken naar links en naar rechts wordt door het burgerlijk fatsoen wel getemperd, maar de drive om de sterkste te zijn, haantjesgedrag, de pik op iemand hebben en de machtshonger rukken voortdurend op. We doen het lang niet altijd beter dan de kippen. 

Leo Smelt

6 dagen geleden

Mat. 20:20-28