Nynke Dijkstra
5 maanden geleden
We leven in roerige tijden. Er is veel om je zorgen over te maken. Sommige christenen spreken dan al snel over ‘het eind der tijden’ en alle rampen die er gebeuren duiden erop dat die eindtijd aanstaande is. Let op de tekenen der tijden!
Tom Wright, een Engelse theoloog schreef destijds een boekje over :’God en de pandemie’. Heeft God ons iets te zeggen door deze pandemie? Is dit een straf, een oordeel? Hoe lezen we de tekenen der tijden?
Tom Wright was er heel nuchter over. We weten allang wat ons te doen staat: God liefhebben en de naaste als onszelf. Of, om met Micha 6:8 te spreken: ‘er is jou gezegd, mens, wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God’. Geen paniek. Dat geldt ook nu, denk ik. Standvastig het spoor van God, van Christus volgen in deze wereld. Ook niet net doen alsof nu opeens alles anders is of van de gelegenheid gebruik maken om je punt nog eens te maken, maar nu opgehangen aan de huidige al dan niet reële crisis.
Stevig blijven staan op je fundament en tegelijk alert zijn op wat je nú te doen hebt. Voor God, voor je medemens, de kwetsbare voorop. De profeten typeren slecht leiderschap altijd aan de hand van de zorg voor wees, weduwe, vreemdeling en armen. Als die uit beeld verdwijnen en verdrukt worden gaat het mis. In onze tijd moeten we daar deze aarde aan toevoegen – onze planeet, die schudt op haar grondvesten. Gods schepping roept, schreeuwt om aandacht.
Tekenen der tijden. Enerzijds leven we vanuit het fundament: God en de naaste liefhebben, recht doen aan kwetsbare mensen. Anderzijds ligt er de grote uitdaging om dat telkens te vertalen wat er nú gevraagd wordt. Tijdloze prediking helpt niet verder. Wat mij betreft vraag onze tijd om juist de kwetsbare schepping in het oog te houden, die geen eigen ‘stem’ heeft zoals mensen die wel hebben. Toch, zegt de psalm, als je goed luistert spreekt de schepping : de hemel vertelt Gods eer (psalm 19).
Laatst was ik samen met een groep christenen uit allerlei organisaties. De vrouw die de maaltijd opende begon haar gebed met de woorden: ‘God, U was erbij, u zag het graan op de akker groeien, de vruchten in het veld…’ En ik dacht: Hij was erbij, Hij zag het ook hoe wij omgaan met dieren in de bio-industrie, hoe wij zijn goede schepping beschadigen.. het raakt zijn hart. Dat weten we allang. ‘Er is jou gezegd, o mens…je wéét wat goed is, wat de HEER van je wil’. Heb God lief en de naaste als jezelf – en heb zorg voor ál je medeschepselen, heel Gods goede aarde. Ik probeer het te doen, in de keuzes die ik maak. Dagelijks. Met vallen en opstaan. De tekenen van de tijd zetten dat nu op scherp.
1Voor de koorleider. Een psalm van David.
2De hemel verhaalt van Gods majesteit,
het uitspansel roemt het werk van zijn handen,
3de dag zegt het voort aan de dag die komt,
de nacht vertelt het door aan de volgende nacht.
4Toch wordt er niets gezegd, geen woord gehoord,
het is een spraak zonder klank.
5Over heel de aarde gaat hun stem,
tot aan het einde van de wereld hun taal.
Daar heeft Hij een tent opgeslagen voor de zon:
6een jonge bruidegom die het bruidsbed verlaat,
een held die juichend voortsnelt op zijn weg.
7Aan het ene einde van de hemel komt hij op,
aan het andere einde voltooit hij zijn loop,
niets blijft voor zijn gloed verborgen.
8De wet van de HEER is volmaakt:
levenskracht voor de mens.
De richtlijn van de HEER is betrouwbaar:
wijsheid voor de eenvoudige.
9De bevelen van de HEER zijn eenduidig:
vreugde voor het hart.
Het gebod van de HEER is helder:
licht voor de ogen.
10Het ontzag voor de HEER is zuiver,
houdt stand, voor altijd.
De voorschriften van de HEER zijn waarachtig,
rechtvaardig, geheel en al.
11Ze zijn begeerlijker dan goud,
dan fijn goud in overvloed,
en zoeter dan honing,
dan honing vers uit de raat.
12Uw dienaar laat zich erdoor gezeggen,
wie ze opvolgt wordt rijk beloond.
13Maar wie kan al zijn fouten kennen?
Spreek mij vrij van verborgen zonden.
14Bescherm mij, uw dienaar, en laat hoogmoed
niet over mij heersen, dan zal ik volmaakt zijn
en bevrijd van grote zonde.
15Laten de woorden van mijn mond U behagen,
de overpeinzingen van mijn hart U bekoren,
HEER, mijn rots, mijn bevrijder.