Nynke Dijkstra
3 weken geleden
Er wordt heel wat ‘afgevolgd’ in deze wereld. Je kunt op sociale media allerlei mensen ‘volgen’ en influencers verdienen goud geld met hun filmpjes en boodschappen. Het is dus nogal onzinnig om te beweren dat je niemand volgt, dat je je eigen autonome weg gaat door deze wereld. Om te beginnen heb je je leven al niet gekozen, je hebt een vader en een moeder – en hun invloed op jou is groot. Bij het volwassen worden leer je je eigen weg te gaan, maar gaande die weg zijn er ook weer mensen die je beïnvloeden, ten goede of ten kwade. We kennen allemaal mensen die ons inspireren, die we een voorbeeld vinden. We volgen dus.
Jezus nodigt ons uit Hém te volgen, midden in alle mogelijkheden en stemmen klinkt Zijn oproep: Volg Mij. En de leerlingen kwamen en trokken met Hem op, mannen en vrouwen. Ze zagen zijn leven en hoorden zijn Woorden van leven. Dat gaf een nieuwe richting in hun bestaan, een ommekeer, een bekering.
De laatste tijd is er in de kerk weer nieuwe belangstelling voor de concrete betekenis van dat ‘volgen’ in het dagelijks leven van mensen. Leerling van Jezus zijn, discipel zijn – wat betekent dat dan? Hóe? Het valt me op dat het meteen ook weer discussie oproept. ‘Discipelschap’ is kennelijk een beladen begrip geworden. Jaren terug al, toen we vanuit de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk en de IZB dit onderwerp agendeerden gebeurde het ook al: mensen stelden kritische vragen. Is het geen ‘eng’ programma? Gaan we elkaar de wet voorschrijven? Wordt het misschien niet wettisch? Denk je dat je zo ‘betere’ christenen kweekt, een soort elite naast de gewone kerkmensen? We leven toch puur van genade, we blijven zondigen, heiliging is een onhaalbaar doel.
Ja, het kan op allerlei manieren mis gaan. Vooral ook als we regels gaan bedenken die we elkaar opleggen of onszelf – en er krampachtig van gaan leven. De waarschuwingen van Jezus hierover zijn niet mals. Wat mij betreft gaat het dan ook een spade dieper dan ‘regels’ of ‘leefregels’ (hoe heilzaam ook!). Het begint ergens anders. Het begint bij ontvangen en ontvankelijkheid. Bij de gáve van het heil. Dán pas de opgave. Zoals veel brieven van Paulus een structuur hebben: eerst de uitleg over het grote geschenk van Christus, dan pas de leefregels, de vermaningen en de suggesties voor een leven in Zijn dienst. Lees eens de overgang van Romeinen 11 naar Romeinen 12.
Een lofverheffing op Gods grootheid en ondoorgrondelijkheid wordt gevolgd door een oproep: geef jezelf. Dat is je ‘redelijke’, ‘logische’ eredienst staat er letterlijk. Wat mij betreft is de basis: vreugde. Vreugde om wie Christus is, om wat Hij ons schenken wil: vergeving en heling, maar ook: deelname aan Zijn intieme omgang en leven met de Vader. Als ik besef hoe fantastisch Zijn aanbod is kán ik niet anders dan mijn leven inrichten met de focus op Hem. En ja, dat betekent iets. Breken met slechte en ongezonde gewoonten en me oefenen in leefregels die me helpen dichtbij Hem te blijven. Ik wil niks liever.