Aanstekelijk
Lezen: Marcus 5: 24-35
4 minuten

Vorige week werd mij de vraag gesteld: ‘Welke persoon uit de Bijbel zou jij wel eens willen spreken en waarom?’
Het is een vraag die ook vaak voorbijkomt op gesprekskaartjes. Niet zelden wordt dan Paulus genoemd. Nu moet ik toegeven dat ik hem ook wel eens zou willen spreken – een lunch met hem zou te kort zijn voor al mijn vragen – maar toch is er iemand die ik nog veel liever zou spreken: de bloedvloeiende vrouw.  

Het moge duidelijk zijn dat zij een flinke hormoonstoornis heeft. Iets waar ik persoonlijk over kan meepraten, ook al is die van mij van een andere orde dan die van haar. Maar het is niet deze gedeelde aandoening waarover ik haar zou willen bevragen – anno nu lopen er genoeg lotgenoten rond om ervaringen mee uit te wisselen, en is dit onderwerp duizendmaal beter bespreekbaar dan toen. 

Wie enthousiasmeren wij zo om in Jezus te geloven en naar Hem toe te gaan? 
Lezen: Marcus 5: 24-35

In haar tijd en cultuur was je als vrouw tijdens het vloeien onrein, en dat ging heel ver. Zelfs de stoel waarop ze zat, en het bed waarop ze lag, was onrein. Het kan niet anders dan dat ze twaalf eenzame jaren heeft beleefd. En geen enkele arts die haar helpen kon. Sterker nog, ze ging alleen maar verder achteruit.  

Maar toen hoorde ze van Jezus… (vers 27). 

Wat moet ze wanhopig zijn geweest om alle regels te overtreden, zich als onreine tussen de menigte te begeven (en daarbij onopzettelijk maar onvermijdelijk de mensen om haar heen aan te raken) en vervolgens wel heel opzettelijk het bovenkleed van Jezus aan te raken.  

Het waarom van deze daad laat zich makkelijk raden. Naar de uitkomst hoef ik evenmin vragen; Markus vertelt ons dat ze ter plekke werd genezen. En werd geprezen, om de grootte van haar geloof.  

Wat ik niet weet, maar haar zo graag zou willen vragen: van wie heeft zij in die eenzame jaren over Jezus gehoord? En dan ook nog eens op zo’n aanstekelijke manier dat ze een groot geloof in Hem kreeg en die hele berg moed verzamelde om naar Hem toe te gaan?

Wie weet kan ik het haar ooit nog eens vragen, maar al denkende kwam er een nieuwe vraag bij me op. Ditmaal aan mezelf. En aan jou… Wie enthousiasmeren wij zo om in Jezus te geloven en naar Hem toe te gaan? 

‘Heer, open onze ogen voor mensen op ons pad en laat ons wegwijzers zijn naar U.’ 

Marianne Grandia

1 jaar geleden

Marcus 5: 24-35

Hij ging met hem mee. Een grote menigte volgde Hem en verdrong zich om Hem heen. Onder hen was ook een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed. Ze had veel ellende doorgemaakt door de behandeling van allerlei artsen, aan wie ze haar hele vermogen had uitgegeven zonder dat ze ergens baat bij had gehad; integendeel, ze was alleen maar achteruitgegaan. Ze had gehoord over Jezus, en ze begaf zich tussen de menigte en raakte zijn mantel van achteren aan, want ze dacht: Als ik alleen zijn kleren maar kan aanraken, zal ik genezen. En meteen hield het bloed op te vloeien en merkte ze aan haar lichaam dat ze van de kwaal genezen was. Op hetzelfde ogenblik werd Jezus zich ervan bewust dat er kracht van Hem was uitgegaan. Midden in de menigte draaide Hij zich om en vroeg: ‘Wie heeft mijn kleren aangeraakt?’ Zijn leerlingen zeiden tegen Hem: ‘U ziet dat de menigte zich om U verdringt en dan vraagt U: “Wie heeft Mij aangeraakt?”’ Maar Hij keek om zich heen om te zien wie het gedaan had. De vrouw, die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar Hem toe en viel voor Hem neer en vertelde Hem de hele waarheid. Toen zei Hij tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered, mijn dochter; ga in vrede, u bent van uw kwaal genezen.’