Lezen: Galaten 5: 19-20
3 minuten

Ik ben niet zo’n jaloers type. Dat is een politiek correcte uitspraak van jewelste want niemand zal van zichzelf zeggen dat hij jaloers is. Het geeft aan dat ‘jaloersheid’ iets is waar we niet graag mee geassocieerd willen worden. Je voedt je kinderen op met waarden en normen waarbij je vertelt dat ze niet jaloers op vriendjes of vriendinnetjes mogen zijn.

Maar in het geniep zijn we natuurlijk wel jaloers. Laten we maar eerlijk zijn. Autofreaks zijn jaloers op de Audi A6 van hun buurman of op de BMW uit de 700-serie. Mannen die van varen houden kijken graag naar nog grotere boten, en als ze van vrouwen houden kunnen ze jaloers zijn op een vriend of collega met een mooie vrouw. Vrouwen, daar heb ik niet zoveel verstand van wanneer het om jaloersheid gaat, zijn vast en zeker ook wel jaloers.

En om het wat minder blingbling te maken, mensen die (chronisch) ziek zijn, kunnen heel jaloers zijn op anderen die het wat gezondheid betreft ogenschijnlijk voor de wind gaat. Zelf ben ik jaloers op pianisten en organisten die zo op het oog moeiteloos de meest ingewikkelde passages spelen. En dat na maar één keer oefenen. Ooit vertelde ik pianist Jan Vayne dat ik wel wat jaloers op hem was, waarop hij antwoordde dat hij weer jaloers was op mijn spreekvaardigheid.

Enfin, ik kan wel even doorgaan.

Je kunt besluiten om jaloers te zijn of niet, maar dat is wel heel lastig.
Lezen: Galaten 5: 19-20

Volgens Paulus komt jaloersheid voort uit onze eigen wil. En daarin heeft hij gelijk. Je kunt besluiten jaloers te zijn of niet, maar dat is wel heel lastig. Hier wreekt zich trouwens een vertaling die een vertekening geeft van het Grieks. Daar staat letterlijk vlees. ‘Eigen wil’ is dus te lezen als ‘op het verkeerde gerichte eigen wil’, of ‘zondige aard’.

Je zult maar in relatieve armoede verkeren en de uitbundige luxe van de happy few op tv zien. Of je ziet je kinderen opgroeien in omstandigheden waarmee ze gegarandeerd afstevenen op een kansloze toekomst.
Het nog niet zo makkelijk om niet jaloers te zijn, zeker als je aan de onderkant van de samenleving zit. Hier of ergens anders.

Christenen geloven dat ze wel wat hulp van de heilige Geest nodig hebben om een leven zonder al te veel jaloersheid te leven. Nou, dat zegt Paulus ook. Laat je leiden door de Geest, dan kun je de verkeerde hartstochten geven aan Christus, die ervoor gestorven is.

Dat zijn grote woorden, ik besef het. Ze laten echter zien hoe belangrijk God het vindt dat we een zuiver leven leiden. Maar het kan. Niet door je eigen kracht, dan faal je, maar door Christus, die ons kracht geeft.

Andries Knevel

3 jaar geleden

Galaten 5: 19-20

Het is bekend wat onze eigen wil allemaal te weeg brengt, onder meer: jaloezie.