De nul-optie
Lezen: 1 Koningen 19: 1-8
3 minuten

Aanvaarding

Sinds de dood van mijn dochter zwerft in mijn geest de gedachte rond dat niets er meer toe doet. Het leven heeft alle zin en glans verloren. Dat blijft niet zo, opmerkelijk genoeg. De verpletterende leegte is niet allesbepalend. De leegte noem ik de nul-optie. Ik ga er in gedachten vanuit dat het niet beter wordt dan dit. Het komt niet meer goed, mijn dochter keert niet terug, dat is een feit. Elke verandering in mijn leven is dan meegenomen. Mijn vrouw vindt het niks. ‘Je houdt jezelf voor de gek.’ Wellicht. Maar deze grondhouding maakt me ontvankelijk voor elke verandering. Nee, niet elke verandering is een verbetering. Maar het kan wel.

Er zijn in ieders leven onoplosbare dingen.

Je hebt long-covid. Door een virus is je leven ‘afgebroken’ voor ik weet niet hoe lang.

Je kreeg een kind, maar het is meervoudig beperkt. Je bent levenslang vol zorg.

Je relatie loopt stuk. Je moet alleen verder.

Je hebt een ander iets ernstig en onherstelbaar misdaan. Je bent levenslang dader.

Pijn, beschadiging, gemis, schuld, schaamte, wroeging, wrok. Te groot om door onszelf op te ruimen. Ontkennen en vermijden zijn verleidelijk. Verbloemen en bagatelliseren ook. Toch daag ik mezelf uit (en jou ook) om te aanvaarden. Dit is het, wees eerlijk, verbloem het niet.

Verlangen maakt zoekend. Al zoekend en tastend kom ik uit bij God.
Lezen: 1 Koningen 19: 1-8

Verlangen

Maar zet daarna geen definitieve punt. Ik durf mijn open handen in mijn schoot te leggen. Ze wachten op iets, Iemand. Ik heb geen garantie dat ze ooit gevuld worden. Ook niet dat het niet gebeurt. Dat geeft onzekerheid. Dat moet dan maar. Anders kom ik zeker niet verder. Opmerkelijk, ik raak niet verlamd door mijn lege handen. Ik ga verlangen. Dat is niet passief. Verlangen maakt zoekend. Niet grijpend, graaiend, naar wat ook maar voor handen is. Ik merk dat ik kritisch ben en kritischer word. Ik verlang niet naar zomaar wat. Ik verlang naar het hoogste, het beste, het ultieme. Hoe komt dat? Omdat ik niets te verliezen heb. Ik heb ‘alles’ verloren, ik ben in rouw.

Overgave

Geen surrogaat meer voor mij. Geen half leven. Het leven is te kostbaar om met het middelmatige genoegen te nemen. Al zoekend en tastend kom ik uit bij God. Hij is alleen maar goed. Hij geeft zichzelf. De Geest van Christus woont in mij. Ik ben Gods geliefd kind. Er ontluikt een nieuw begin. God is de zin van mijn bestaan, opnieuw.

Johan Timmer

5 maanden geleden

1 Koningen 19: 1-8

1Achab vertelde Izebel alles wat Elia had gedaan, ook dat hij alle profeten ter dood had gebracht. 2Toen liet Izebel Elia de volgende boodschap overbrengen: ‘De goden mogen met mij doen wat ze willen als u morgen om deze tijd niet hetzelfde lot ondergaat als zij.’ 3Elia werd bang en vluchtte om zijn leven te redden. Bij Berseba in Juda aangekomen liet hij zijn knecht achter 4en zelf trok hij één dagreis ver de woestijn in. Daar ging hij onder een bremstruik zitten, verlangend naar de dood, en zei: ‘Het is genoeg geweest, HEER. Neem mijn leven, want ik ben niet beter dan mijn voorouders.’ 5Hij viel onder de bremstruik in slaap, maar er kwam een engel, die hem aanraakte en zei: ‘Sta op en eet wat.’ 6Elia keek op en ontdekte naast zijn hoofd een brood, in gloeiende kooltjes gebakken, en een kruik water. Nadat hij had gegeten en gedronken ging hij weer onder de struik liggen. 7Maar de engel van de HEER kwam terug, raakte hem opnieuw aan en zei: ‘Sta op en eet wat, anders is de reis te zwaar voor je.’ 8Elia stond op, en toen hij had gegeten en gedronken liep hij, gesterkt door dit voedsel, veertig dagen en veertig nachten door de woestijn, tot hij bij de Horeb kwam, de berg van God.