Lezen: Lukas 19:41-42
2 minuten

Een tijdje geleden liep er een huilend kind door onze straat. Het was een luid geween in de Jordaan, omdat het kind zich niet inhield en het smalle straatje waar ik woon voor ideale geluidsversterking zorgt. Een vrouw, ik nam aan de moeder, kwam achter het huilende kind aan in een poging om het tot kalmte en stilte te manen. Ik voelde me plaatsvervangend beschaamd en had met haar en het kind te doen. Huilen doe je niet in het openbaar, zo hebben we immers afgesproken. Behalve in een moment van publieke rouw, zoals een wake of een stille tocht.

Tranen zijn ook een weg naar God - Johan Visser
Lezen: Lukas 19:41-42

Die schaamte over tranen kom ik ook wel in de kerk tegen. Dat mensen niet naar de kerk komen of met vrees en beven in de kerk zitten, omdat ze in de dienst moeten huilen en dat vervelend en beschamend vinden. Ik herken die vrees en heb er ook begrip voor als je niet voor iedereen te kijk wil zitten met je verdriet. Alleen is het ook goed om te beseffen dat we ons niet hoeven te schamen voor onze tranen — niet voor anderen en al helemaal niet voor God. Tranen horen bij het leven en ook bij geloven. Jezus prijst zelfs ‘de treurenden’ zalig en als Hij bij Jeruzalem aankomt, dan huilt Hij openlijk om het tragische lot van de stad die Hij voor zich ziet liggen. De stad van de vrede, die niet weet wat tot haar vrede dient. Tranen horen bij Jezus, de Man van Smarten, en dus ook bij God als we geloven dat Hij het beeld van God is.

En tranen zijn ook een weg naar God. In de woorden van de woestijnvader Hyperichius: ‘De oplettende monnik werkt nacht en dag om onophoudelijk te bidden, maar als zijn hart is gebroken en tranen laat vloeien, roept dat God uit de hemel naar beneden om zich te ontfermen.’ Het is een menselijke ervaring dat huilen ons leven open en zacht kan maken. Als je geen tranen meer hebt, is dat vaak een teken dat je murw, kapot, hard of onverschillig bent geworden. En ik denk dat die oude woestijnvader gelijk heeft als hij zegt dat tranen ook een weg zijn waarlangs Gods genade en ontferming kunnen afdalen. Waarom zou je je dan nog schamen voor je tranen, als God ze niet ziet als een belemmering of zwakte, maar als een deur waardoor Hij kan komen?

Johan Visser

5 maanden geleden

Lukas 19:41-42

41Toen Hij Jeruzalem voor zich zag liggen, begon Hij te huilen om de stad. 42Hij zei: ‘Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu.