Jij mag niet meer meedoen
Lezen: Jakobus 4: 11-12
3 minuten

Van alle tientallen nieuwsbrieven die ik in mijn mailbox krijg (nee, ik ben niet bijster goed in het afmelden van nieuwsbrieven) is er eentje die ik altijd lees: The Red Hand Files van Nick Cave. Deze Australisch-Engelse singer-songwriter beantwoordt iedere week vragen die hem gestuurd worden, en zijn wijsheid, humor en inzicht verrast me telkens weer. 

Op een dag combineerde hij de vragen: ‘Wat betekent genade voor jou?’ en ‘Wat zijn je gedachten over cancel culture’ (dat is de gewoonte om stemmen het zwijgen op te leggen als ze niet correct zijn of in het verleden ‘foute’ dingen hebben gezegd). Zijn antwoord draag ik tot op de dag van vandaag bij me. 

“Genade,” schreef hij, “is een waarde die in het hart van elke functionerende en tolerante samenleving zou moeten zijn. Genade erkent dat we uiteindelijk allemaal onvolmaakt zijn, en geeft ons daarmee de zuurstof om te ademen (…). Zonder genade verliest een samenleving haar ziel en verslindt zichzelf.” En even verderop: “Voor zover ik kan zien, is de cancel culture de antithese van genade. Politieke correctheid is uitgegroeid tot de ongelukkigste religie ter wereld. Ooit probeerde ze eervol de samenleving op een meer rechtvaardige manier vorm te geven, maar nu belichaamt ze de slechtste aspecten die religie te bieden heeft (en niets van haar schoonheid): morele zekerheid, zelfingenomenheid, zonder zelfs maar de mogelijkheid tot verlossing te bieden.” 

Wat verlang ik naar een wereld waarin genade het wint van de neiging elkaar te beoordelen.
Lezen: Jakobus 4: 11-12

Zijn prachtige essay (terug te lezen op Redhandfiles.com) gaf me een gevoel van vrijheid. Wat verlang ik naar een wereld waarin genade het wint van de neiging elkaar te beoordelen. Want Jakobus wist het al: een plek waarin iedereen elkaars rechter is, verwordt tot een plek waar iedereen gevonnist wordt. 

Laten we het vonnis aan onze Opperrechter laten, en zelf broeders en zusters zijn. 

Pieter Jan Rodenburg

2 jaar geleden

Jakobus 4: 11-12

Spreek geen kwaad van elkaar, broeders en zusters. Wie kwaadspreekt van een ander of een ander veroordeelt, spreekt kwaad van de wet en veroordeelt de wet. En als u de wet veroordeelt, handelt u niet naar de wet, maar treedt u op als rechter. Er is maar één wetgever en rechter: Hij die bij machte is te redden of in het verderf te storten. Maar wie bent u om uw naaste te veroordelen?