Mark en Julia de Jager
2 jaar geleden
Ons zoontje van drie heeft een favoriet liedje. Sinds bij ons in de kerk de kinderen een dansje mochten doen op het lied “God van licht” (Opwekking 807), moet dat liedje minstens 10 keer per dag thuis ook gezongen worden. Tijdens het tandenpoetsen, koken, eten, spelen, steeds weer klinkt het en doen we samen het dansje mee.
Soms wordt hij zelfs midden in de nacht wakker en begint het te zingen. Dan ligt hij in het donker vrolijk te zingen: “God van licht, wees mijn Gids, leid mij door het donker, ik vertrouw op U.”
Het is grappig – en ook wel bijzonder – hoe een lied zo met je mee kan gaan. Liederen hebben een kracht om te blijven ‘plakken’, ze komen op onverwachte momenten in je hoofd. Dat hoeft niet altijd zo onbekommerd als bij een vrolijke peuter, maar ik denk dat je het wel herkent. Soms zit ik op de fiets, of lig ik in bed, en dan is er opeens een zin, een melodie, een lied van lang geleden dat je hart raakt.
In onze kerk hebben we binnenkort een dienst waarin Psalmen in allerlei uitvoeringen klinken. Juist Psalmen zijn liederen die blijven ‘plakken’. Misschien moest jij – net als wij – vroeger Psalmversjes leren op school. Psalmen zijn de eeuwen door steeds weer bewerkt, ze gaan mee, en juist in het donker worden ze gezongen.
Volgens mij komt dat doordat de Psalmen gevoelens onder woorden brengen die we zelf soms niet zo snel kunnen verwoorden. Ze reiken woorden aan om te bidden, als je zelf de woorden niet kunt vinden, of als je zelf even niet kunt geloven. Jezus zelf bidt de woorden van de Psalmen op de donkerste momenten van zijn leven.
De Psalmen zijn Liederen met een hoofdletter. God zelf reikt woorden aan, om contact met Hem te leggen. Soms met een liefdeslied, of een vrolijk loflied, maar ook woorden om in het donker te klagen. Om pijn onder woorden te brengen, of boosheid op jezelf, de wereld of God.
In Psalm 63 zingt David hoe juist in de nacht van zijn leven het contact met God voor hem een licht is. Zo komt dat Opwekkingslied van ons zoontje en de drieduizend jaar oude poëzie van David, opeens heel dicht bij elkaar.
Wanneer ik wakend in de nacht
mijn geest bij U, Heer, laat vertoeven,
dan mag ik weer uw goedheid proeven;
uw hulp wordt nooit vergeefs verwacht.
Waar zich uw vleugels breed ontvouwden,
zing ik mij van mijn zorgen vrij.
Mijn ziel, Heer, is U zeer nabij,
door uw hand word ik vastgehouden.
(Psalm 63:3, bewerkt door Ad den Besten)