4 minuten

Soms heb je zo’n moment, dat je je erg bewust bent van je eigen nederigheid. Mij overkwam het vorige week, in de auto. Kort na de rotonde op de provinciale weg moest de auto naast mij invoegen op mijn rijbaan. Het was een mooie dag, ik had geen haast en het was maar een kort invoegstrookje, dus ik hield wat in en liet hem voor. Dankbaar stak de chauffeur zijn hand op, gaf een dotje gas en nam zijn plekje voor mij op de eenbaansweg in. Heel even schoot het door me heen: ‘Kijk mij eens mijn christenplicht vervullen…’

De chauffeur bleek ook geen haast te hebben, en reed op zijn gemakje voor me. Ook al had ik geen haast, en was het een mooie dag: ik begon me eraan te ergeren. Met een tempo ruim onder de maximale toegestane snelheid tufte hij voor me uit. Bij de eerstvolgende rotonde probeerde ik hem in te halen, maar tevergeefs. En het werd erger: bij het stoplicht kon hij nog net door oranje, en ik moest stoppen voor rood. ‘Had ik hem maar nooit voorrang gegeven’, dacht ik. En meteen daarna: ‘Tot zover mijn christenplicht…’

Ik mijmerde nog wat verder in mijn auto. En het begon me te dagen. Dit is nou net hoe beperkt ik ben in het doen van mijn christenplicht. Dat ik alleen wil dienen als het me zelf niets kost, en ik er geen nadeel van ondervind. Dat mijn dienen altijd begrensd is – en vaak ook wat op mezelf gericht. Ik ervaar trots in dienen. Door een ander te dienen, dien ik soms mezelf nog het meest. Kijk mij nou christen zijn…

Dat ik alleen wil dienen als het me zelf niets kost, en ik er geen nadeel van ondervind.

Lezen: Mattheüs 7:14

Vreemd eigenlijk, dat ik me zó bewust was van mijn eigen nederigheid. Misschien zijn dat wel de minst nederige momenten. Dat bleek ook wel, toen mijn vriendelijkheid haar maximum bereikte en omsloeg in irritatie. En dat terwijl het een mooie dag was, en ik geen haast had. Wat is er nederig aan jezelf opwinden over het voordeel dat een ander heeft door jouw dienstbaarheid?

Hoe goed ik ook ben in dienen – het is niet mijn sterkste kant. Mijn bereidheid om te offeren is begrensd, zeker als ik in de auto zit. Mijn dienen is onvolmaakt. Mijn rijstijl ook. Helaas is de weg achter Jezus de smalle eenbaansweg, anders had ik mijn voorganger absoluut scheurend ingehaald.